Klanten zagen me beven
“Ik vulde drankautomaten in scholen, banken en bedrijven. Elke dag was ik op de baan. Het was een harde job. Toen de eerste symptomen opdoken, bleef ik werken. Maar dat werd steeds moeilijker, temeer omdat ik niet wist waarom ik beefde. Dat heeft jaren zo geduurd. Ik ging lichamelijk achteruit en begon trager te werken. De klanten zagen me beven en gingen klagen bij mijn werkgever. Ik kreeg steeds meer moeite met rijden, wat hem nog ongeduldiger maakte. Op een dag ontbood hij me in zijn kantoor en gaf me welgeteld een maand om er iets aan te doen. Anders zou hij me ontslaan. Maar in mijn toestand kon ik hoe dan ook niet langer blijven werken.”
Vroege parkinson is moeilijk te aanvaarden
“Toen de neuroloog me vertelde dat ik de ziekte van Parkinson had, kwam dat aan als een mokerslag. Ik was ook boos. Waarom net ik? En dan nog op zo’n jonge leeftijd? Ik wist wat parkinson betekende, want bij mijn eerste symptomen – het beven, de starre blik, de stijve ledematen en spieren – had ik informatie gevonden op het internet en via de medische dienst van het werk. Vandaag verzorg ik me goed. Ik reageer ook goed op mijn behandeling, die minder zwaar is dan de vorige. De ziekte evolueert niet verder. Het is niet altijd gemakkelijk, maar ik prent mezelf voortdurend in dat ik vooruit moet met mijn leven. Mijn ziekte is tenslotte niet dodelijk. Mijn familie en vrienden blijven me steunen en omringen. Ik blijf positief denken en hou er de moed in. Ik voel me goed nu.”
Ik engageer me in een patiëntenvereniging
“Mijn werk ben ik misschien kwijt, maar ik blijf niet bij de pakken zitten. Zo ben ik binnenkort zeven jaar coördinatrice in een afdeling van de Franstalige vzw Association Parkinson in Athus. Eén keer per maand organiseer ik een bijeenkomst met patiënten en hun partner. Ik plan ook themavergaderingen, uitstappen, barbecues of kerstmaaltijden. Kortom, ik ga er helemaal voor. Mijn vrijwilligerswerk is heel belangrijk voor mij: het geeft me energie en veel voldoening.”