De eerste symptomen van parkinson
“Ik ben al vijftien jaar lid van Alteo, een Waalse vereniging die reizen organiseert voor mensen met een fysieke of mentale handicap. Mijn vrouw en een verpleegster merkten tijdens een van de reizen op dat ik ongewoon moe en nerveus was. Ik had ook steeds meer moeite om mezelf uit te drukken. Na de reis werd de ziekte van Parkinson gediagnosticeerd. Maar ik bleef me inzetten voor de vereniging, meer nog dan vroeger.
Betrokkenheid binnen de vereniging
Voor iemand met parkinson is het niet altijd gemakkelijk om voor mensen met een handicap te zorgen. Toch blijkt een symptoom een voordeel te zijn: de slaapstoornis. Ik slaap ongeveer drie uur per nacht. Tijdens die reizen ben ik dus de ideale nachtwaker. Als iemand met autisme of een mentale handicap om drie uur ’s nachts opstaat om even te gaan zeilen, dan sta ik daar en kan ik hem tegenhouden.
Een persoonlijke overwinning
Ik vind het belangrijk om er te zijn voor deze personen. Ik concentreer me dan meer op hen dan op de evolutie van mijn ziekte. Soms maak ik zelfs ontroerende momenten mee. Op een dag wandelde ik samen met een autistisch meisje. Plots begon ze uitvoerig te praten over haar konijntje. Dat lijkt misschien banaal, maar dat meisje spreekt normaal gezien met niemand. Haar dan een verhaal horen vertellen, beschouw ik als een echte overwinning.
Petanquen met ‘l’Association Parkinson’
Alteo is niet de enige vereniging waar ik naartoe ga. Twee keer per maand begeef ik me naar ‘l’association Parkinson’, de Waalse tegenhanger van de Vlaamse Parkinson Liga. In deze vereniging ontmoet ik mensen met dezelfde problemen als ik. We kunnen dan dingen leren van elkaar. U komt bijvoorbeeld te weten welke stappen u moet ondernemen om sociale voordelen te krijgen. Maar er wordt niet alleen over de ziekte gesproken. We spelen vaak ook petanque. Kunt u zich moeilijk inbeelden hoe iemand met parkinson zo’n kleine balletje kan wegslaan? Kom dan eens een kijkje nemen in ‘l’Association Parkinson’ van Luik en zie met eigen ogen hoe we dat doen. Als we geconcentreerd zijn, hoeven we zeker niet het onderspit te delven tegen die van Marseille!”