Het spermiogram
- Aantal en kwaliteit van de zaadcellen
Het spermiogram analyseert het geëjaculeerde sperma. Dat is het basisonderzoek om de vruchtbaarheid van de man te beoordelen. Het spermiogram kan een verminderd aantal, een verminderde beweeglijkheid of afwijkingen van de vorm van de zaadcellen tonen.
- Analyse van het zaad na onthouding
Het sperma moet conform de richtlijnen worden afgenomen, d.w.z. door masturbatie na een optimale periode van onthouding van twee tot vier dagen, en moet binnen het uur worden onderzocht.
- Interpretatie van de resultaten van het spermiogram
De resultaten worden vergeleken met de referentiewaarden (standaardwaarden opgesteld door de WGO) verkregen bij jonge vruchtbare mannen (mannen die minder dan 12 maanden eerder vader zijn geworden). Er bestaat echter geen duidelijk minimumaantal zaadcellen dat een grens zou vormen tussen vruchtbaarheid en onvruchtbaarheid. Bij elke man kan de kwaliteit van het sperma trouwens variëren. Daarom moet het onderzoek altijd worden overgedaan, voor zou worden besloten dat de man steriel is.
Biopsie van een teelbal
Soms, als het sperma helemaal geen zaadcellen bevat, kan een teelbalbiopsie worden uitgevoerd om een precieze diagnose te stellen. In meer dan de helft van de gevallen kunnen bij een biopsie zaadcellen worden geoogst, die later kunnen worden gebruikt om steriliteit te behandelen.
Aanvullende onderzoeken
Aanvullende onderzoeken zijn bepaling van de hormoonspiegels in het bloed, genetische onderzoeken, een echografie van de teelballen, de prostaat en de zaadblaasjes, en specifieke tests voor bepaalde ziekten die invloed kunnen uitoefenen op de vruchtbaarheid.