Radiotherapie vult de locoregionale behandeling van borstkanker na de operatie aan. Bij tumorectomie, een ingreep waarbij alleen de tumor wordt verwijderd en de borst gespaard blijft, wordt radiotherapie altijd voorgesteld. De enige uitzondering hierop vormen bepaalde, zeer beperkte indicaties bij vrouwen die ouder zijn dan zeventig. De bedoeling is om het risico op plaatselijk herval te beperken. Deze behandeling heeft ook op lange termijn effect op de algemene overlevingsgraad.
Bij mastectomie, een ingreep waarbij de hele borst wordt weggenomen, zijn er minder indicaties voor radiotherapie. In dat geval wordt deze behandeling vooral voorgesteld bij grote tumoren of als de lymfeklieren aangetast zijn. De eventuele aanwezigheid van meerdere borsttumoren beïnvloedt ook de beslissing. De al dan niet HER2-positieve status heeft weinig invloed op de keuze om radiotherapie toe te passen.