Wat zeggen uw patiënten als ze moeten overstappen op insuline?
“Als ik eenmaal moet spuiten, heb ik echt diabetes”, of “als je insuline spuit, heb je ergere diabetes dan wanneer je tabletten slikt.” Deze twee voorbeelden zijn onzin natuurlijk. De wijze van toediening zegt niets over de ernst van de aandoening. Diabetes heb je niet een beetje of heel erg, je hebt de ziekte of je hebt ze niet. De glucosecontrole zal uiteindelijk bepalen of het verhogen van de hypoglykemiërende medicatie, of het starten van insuline-injecties nodig is. Als orale medicatie niet volstaat, dringt insuline zich op.
Vanwaar dan die misvattingen over insulinetherapie?
Ze zijn het gevolg van te weinig voorlichting van patiënten. De derdelijnszorg (academische ziekenhuizen, Diabetes Liga enz., nvdr) heeft de voorbije jaren daarop hard ingezet op het beter informeren van de eerste lijn (huisartsen, thuisverpleegkundigen… nvdr), meestal toch het eerste aanspreekpunt van patiënten. Maar er is nog een lange weg te gaan.
Insulinetherapie biedt heel wat voordelen. Zo kan je de insulinedosis aanpassen in functie van je voeding, van sportinspanningen en van je bloedsuikerwaarde. Deze aanpassing van de behandeling aan het dagelijks leven verloopt veel moeilijker met tabletten dan met insuline.
Hebben insuline-injecties ook neveneffecten?
Van insuline spuiten kan je gemiddeld twee tot drie kilo zwaarder worden, omdat je minder glucose verliest via de urine. Daarnaast neemt de kans op hypo’s toe (te lage bloedsuikerspiegel, nvdr), dat voor ongemakken kan zorgen gaande tot bewustzijnsverlies. Ten slotte hebben sommigen mensen een echte fobie voor naalden. Juist vanwege deze nadelen zien vele diabetici op tegen de overstap naar insuline. Maar die zijn zeker niet onoverkomelijk.
Welk advies kan men geven om de overstap naar insuline te vergemakkelijken?
Aan die gewichtstoename bijvoorbeeld is met de hulp van een diëtiste en extra lichaamsbeweging gemakkelijk iets aan te doen. En hypo’s kunnen vermeden worden door de juiste insulinedosis te leren berekenen op basis van je maaltijd, fysieke inspanningen, je bloedsuikerwaarde op het moment... De diabetoloog en diabetesverpleegkundige of -educator begeleiden de patiënt bij die taak. Het spuiten wordt snel routine. Wat de fobie voor naalden betreft, die wordt meestal snel overwonnen. En de naalden die je daarvoor moet gebruiken, zijn vandaag de dag zo kort dat je nauwelijks nog pijn voelt.