In 30 punten
- tijdoriëntatie (welke dag zijn we?, welk jaar?... )
- ruimteoriëntatie (waar zijn we?, in welke stad?, in welk land?, op welke verdieping?...)
- rekenvermogen
- kortetermijngeheugen (vermogen om gedurende een paar minuten 3 woorden te onthouden)
- eenvoudige vragen begrijpen